Wat is LabBuddy?

From CPIO
Jump to navigation Jump to search
LabBuddy is een digitaal platform dat studenten ondersteunt in de voorbereiding en uitvoer van practica.

LabBuddy motiveert studenten om voorbereid naar de practicumzaal te komen en maakt het voor docenten mogelijk om hun onderwijs om te zetten van een meer klassiek ‘kookboekpracticum’ tot een onderzoeksgedreven practicum.

Terug naar Practicumondersteuning online

Didactische principes

LabBuddy is ontwikkeled op basis van verschillende didactische principes. Hieronder worden de meest belangrijke principes kort samengevat. Neem voor een meer uitgebreide toelichting een kijken op de LabBuddy-website.

Four-component instructional design (4C/ID)

In het 4C/ID-model van Van Merriënboer et al. staan authentieke leertaken centraal: taken zoals deze ook in het werkveld ook daadwerkelijk aan de orde komen. In het biomedisch vakgebied vertaalt zich dat naar onderzoeksopdrachten waarin studenten niet simpelweg een ‘recept’ volgen om een vooraf vastgesteld resultaat te behalen, maar dat zij - gedreven door hun eigen nieuwsgierigheid - zelf hun onderzoek ontwerpen en uitvoeren.

Cognitive theory of multimedia learning

Deze theorie van Richard Mayer geeft verschillende adviezen over hoe multimedia ingezet kunnen worden om het leren te bevorderen, rekening houdend met de ‘kanalen’ via waar de informatie binnenkomt bij studenten (auditief vs. visueel). LabBuddy is dusdanig ontworpen dat het tegemoet komt aan de verschillende voorwaarden die Mayer’s theorie voorschrijft.

Cognitive load theory

Deze theorie van John Sweller pleit ervoor dat je bij het ontwerpen van een leertaak rekening moet houden met de zogeheten cognitieve architectuur van de student: het korte vs. het langetermijngeheugen dat nodig is om informatie te kunnen verwerken. Wanneer er teveel prikkels tegelijkertijd gegeven worden, kan dit systeem overladen raken waardoor de student uiteindelijk minder leert. Zeker tijdens practica worden studenten vaak overladen met informatie en andere prikkels. LabBuddy is daarom zo ingericht dat studenten de juiste informatie op het juiste moment krijgen, zodat de cognitieve belasting zo laag mogelijk gehouden wordt en daarmee het leerrendement zo groot mogelijk is.

Constructive alignment theory

Deze theorie, voorgesteld door John Biggs, stelt dat het hoogste leerrendement wordt behaald wanneer leerdoelen, leeractiviteiten en de beoordeling daarvan goed op elkaar afgestemd zijn. Dit betekent dat de leeractiviteiten hetzelfde cognitieve niveau dienen aan te spreken als dat de leerdoelen verlangen, en dat dit cognitieve niveau ook daadwerkelijk getoetst wordt. De verschillende functionaliteiten binnen LabBuddy helpen studenten om op het beoogde cognitieve niveau te werken, en helpen docenten om constructive alignment van hun onderwijs te realiseren.

ARCS model

Dit model van John Keller biedt adviezen voor het ontwerpen van motiverende leerervaringen. Het gaat uit van vier variabelen die belangrijk zijn voor het creëren van dergelijke ervaringen: aandacht (Attention), relevantie (Relevance), vertrouwen (Confidence) en tevredenheid (Satisfaction). Deze factoren zijn meegenomen in de ontwikkeling van LabBuddy, waardoor je als docent de motiverende leerervaring kunt creëren die je beoogt voor je studenten.

Hoe ziet LabBuddy eruit?

LabBuddy is een web-based tool. Dit betekent dat het platform volledig vanuit een browser benaderd kan worden en geen specifieke software behoeft.

Startboek

Studenten komen binnen via de homepage, wat gezien kan worden als het ‘startboek’ van het desbetreffende practicum. In dit startboek vindt de student informatie met betrekking tot de leerdoelen en theoretische achtergrond van het practicum.

De LabBuddy-homepage waarop een student het practicum binnenkomt

ExperD

Vanuit de homepage worden studenten naar de Experiment Designer (ExperD) geleid, waar zij uitgedaagd wordt om hun eigen onderzoek te gaan ontwerpen. Dit ontwerp kunnen studenten vervolgens gebruiken om hun onderzoek ook daadwerkelijk uit te voeren. De ExperD heeft daarom twee modi: de Theorie-modus waarin studenten hun onderzoeksontwerp bouwen en de Praktijk-modus waarin studenten hun onderzoek uitvoeren.
Vanuit een galerij met verschillende categorieën kunnen studenten ‘bouwblokjes’ naar hun canvas slepen. Deze blokjes bevatten achtergrondinformatie over de desbetreffende techniek en het protocol, al dan niet ondersteund door een kennisclip, welke via de zogeheten Web Lab Manual (aan de rechterkant van het scherm) aangeboden wordt. In de Theorie-modus ligt de nadruk op het ‘waarom’ achter de verschillende technieken / stappen, terwijl in de Praktijk-modus de nadruk ligt op het ‘hoe’ van de technieken / stappen.
Door deze informatie op de juiste momenten aan te bieden (theorie in de voorbereidingsfase, praktische tips in de uitvoerfase) wordt de cognitieve belasting van de studenten verlaagt en kan een zo groot mogelijk leereffect behaald worden.

ExperDstart.png


Hierboven: Zo ziet de ExperD uit bij de start.

Hieronder: Als het schema gevuld is met blokjes die met pijlen verbonden zijn, staat rechts informatie over het aangeklikte blokje.

ExperD.png


Dit is een simpel schema, maar de ExperD's kunnen veel groter en ingewikkelder worden, zoals hieronder:

ExperDgroot.png

Door het inbouwen van vragen (Closed Questions) en geautomatiseerde feedback worden studenten actief begeleid in hun onderzoeksproces.
Het is mogelijk gespecificeerde feedback te geven op het onderzoeksontwerp, en bijvoorbeeld onderdelen pas te tonen als de bouwblokjes goed verbonden zijn, of de vragen goed beantwoord. Door ook teksten op te nemen waarin dynamisch feedback gegeven wordt op het gehele schema kunnen studenten stap voor stap begeleid worden in het ontwerpen. Een voorbeeld hiervan is hieronder te zien:

ExperDfb.png

Meer informatie: