Inzetten van e-learning het onderwijs: Difference between revisions

From CPIO
Jump to navigation Jump to search
No edit summary
No edit summary
Line 1: Line 1:
De e-learningmodules zijn voor iedereen (zonder inloggen) beschikbaar via internet.<br>
==== Verwijzen naar de e-learningmodules ====
De e-learningmodules gemaakt in zijn voor iedereen (zonder inloggen) beschikbaar via internet.<br>
<br>De links naar de modules moeten in BlackBoard worden gegeven, want er is geen zoekpagina. <br>
<br>De links naar de modules moeten in BlackBoard worden gegeven, want er is geen zoekpagina. <br>
Daarnaast moet een speciale link gebruikt worden om later de statistische gegevens te kunnen inzien.
Daarnaast moet een speciale link gebruikt worden om later de statistische gegevens te kunnen inzien.

Revision as of 13:19, 15 August 2023

Verwijzen naar de e-learningmodules

De e-learningmodules gemaakt in zijn voor iedereen (zonder inloggen) beschikbaar via internet.

De links naar de modules moeten in BlackBoard worden gegeven, want er is geen zoekpagina.
Daarnaast moet een speciale link gebruikt worden om later de statistische gegevens te kunnen inzien.

De link om de statistische gegevens (anoniem) op te slaan heeft deze vorm (xxx=nummer van de module):

https://xerte.uu.nl/xapi_launch.php?template_id=xxx&group=groupname

De links op de overzichtspagina zijn anders, en als via deze links wordt ingelogd worden de gegevens niet opgeslagen.
Zie [verderop] voor meer informatie over deze gegevens.


Roosteren

Het meest efficiënte gebruik is als ze worden ingeroosterd op locatie, en de studenten er in koppels aan werken. Hiervoor is wel aanwezigheidsplicht noodzakelijk, want thuisdoen is natuurlijk veel makkelijker (voor student en docent).
Het werken in koppels zorgt ervoor dat ze samen over de stof nadenken, en minder snel de neiging hebben om gewoon door te klikken zonder te antwoorden en de antwoorden te noteren.
Om dit voor iedereen goed te laten verlopen is wel aanwezigheid van een docent gewenst. Dit heeft twee voordelen:

  1. De stdenten hebben het gevoel dat het toegevoegde waarde heeft dit op locatie te doen
  2. De docent ziet hoe de studenten ermee werken, en kan eventuele problemen direct signaleren en verhelpen.

De plug-in is in alle computerleerzalen geïnstalleerd en de COO's kunnen studenten dus overal op de Uithof doen (wel alleen in de Internet Explorer). Bij de vraag naar benodigde software die tegenwoordig vaak gesteld wordt door studentenzaken hoeft dit dus niet te worden genoemd.

Volg de volgende stappen:

  1. zaal reserveren (wees er vroeg bij!)
  2. controleren of de module nog op de site staat en naar behoren werkt.
    • Het controleren van de module is de taak van de docent!
    • Niet alleen de werking controleren, maar ook de inhoud! Klopt het gebruikte boek nog, zijn alle vragen nog relevant?
    • Niet tot het laatst uitstellen, want om eventuele verbeteringen door te voeren is ook tijd nodig. Doe dit uiterlijk 3 weken voordat de module gebruikt gaat worden!
  3. graag ook doorgeven aan het CPIO (cpio@uu.nl) wanneer je welke COO wilt gebruiken
  4. op de computerleerzalen bij biologie, en op het UCU moeten de COO's gewoon werken; bij het UMC moet je dit een behoorlijke tijd van te voren via een speciaal formulier aanvragen bij Guus Rol.
  5. controleren of alle studenten toegang hebben op de computerleerzalen. Alleen studenten van de Bètafaculteit kunnen daar inloggen.
  6. voor bijvakkers of studenten van een andere faculteit: zie hieronder

Procedure bijvakstudenten

Docenten geven van te voren aan voor welke cursus voor welke periode welke studenten van de faciliteiten gebruik moeten kunnen maken.
Zijn er ook cursisten die van buiten de UU komen en dus GEEN SolisID hebben, dan hebben we daarvoor gastaccounts.
Docenten dienen ook dat aan te geven.

Samengevat:

  1. Maak een lijstje met SolisID + naam van je niet-fsb studenten
  2. Geef aan tot wanneer je cursus loopt.
  3. Mochten er ook nog NIET-UU cursisten zijn, dan even aangeven hoeveel.
  4. Stuur dit naar Marcel Kramer (m.kramer@uu.nl).

Marcel stopt ze in een security-group die rechten geeft om van de Terminal Servers gebruik te maken. Daarna kunnen ze inloggen met hun eigen id en eigen solis wachtwoord.
Voor mensen buiten de UU activeert Marcel de gast-accounts en krijg je accountnamen en wachtwoorden toegestuurd.