Ervaringen met e-lectures: Difference between revisions

From CPIO
Jump to navigation Jump to search
No edit summary
Line 18: Line 18:


Hieronder een column naar aanleiding van deze enquête.
Hieronder een column naar aanleiding van deze enquête.
== Uit de Caracal-evaluaties ==
"De hoorcolleges: vooral xxx vond ik erg saai, mede doordat de slides van de hoorcolleges alleen maar plaatjes waren en er een heel groot verhaal omheen werd verteld, waardoor het college moeilijk te volgen was. Doordat 80% van de zaal ook niet oplette, werd het ook moeilijk om zelf het college te blijven volgen. Ik koos hierdoor om elk college over te slaan en thuis alleen terug te kijken, net zoals heel veel andere mensen."


== Column ==  
== Column ==  

Revision as of 16:01, 15 March 2019

Studenten gebruiken de colleges vooral bij het bestuderen van de stof voor het tentamen. Hieronder een typische verdeling voor de kijkcijfers:


Grafview.jpg


Vlak nadat het college is gegeven is er een kleine bult in de verdeling te zien, maar de meeste views zitten in de dagen voor het tentamen.

Er zijn studenten die nooit een e-lecture bekijken (ongeveer 1/3), maar ook een aantal die ze allemaal, en ook vaak bekijken (ongeveer 1/10).


Enquête

Er is een enquête afgenomen eind studiejaar 2014-2015, onder eerstejaars studenten Biologie en Molecular Life Sciences.

De enquête werd uitgedeeld op papier en bestond uit 9 vragen die op één A4 pasten, waarbij de laatste drie vragen gingen over de manier van aanbieden van de opgenomen colleges.Voor zover mogelijk werd de enquête tijdens een eerstejaars practicum bij beide opleidingen uitgedeeld en een kwartier later weer ingenomen, om de respons zo groot mogelijk te krijgen. Omdat de vakken verschilden is er voor beide opleidingen een verschillende versie uitgedeeld. In totaal hebben ruim 100 biologiestudenten (ongeveer 50%) de enquete gekregen en ingevuld, en alle MLS-studenten (43). De resultaten staan uitgebreider in dit document: File:Enquete.pdf

Hieronder een column naar aanleiding van deze enquête.

Uit de Caracal-evaluaties

"De hoorcolleges: vooral xxx vond ik erg saai, mede doordat de slides van de hoorcolleges alleen maar plaatjes waren en er een heel groot verhaal omheen werd verteld, waardoor het college moeilijk te volgen was. Doordat 80% van de zaal ook niet oplette, werd het ook moeilijk om zelf het college te blijven volgen. Ik koos hierdoor om elk college over te slaan en thuis alleen terug te kijken, net zoals heel veel andere mensen."

Column

Het merendeel van de colleges bij Biologie en Molecular Life Sciences wordt opgenomen en komt achteraf (binnen 2 dagen) beschikbaar voor de student. De meningen van de docenten over het gebruik van deze opnamen verschilt sterk. Een aantal docenten ziet een enorme terugloop in collegebezoek (tot bijvoorbeeld 20% van de cursisten), een andere groep ziet dat helemaal niet terug. Een aantal docenten doet de gevolgtrekking dat Biologie-studenten in de cursus Moleculaire biologie vertrouwd zijn geraakt met online colleges en daardoor makkelijker kiezen om colleges te missen en die later terug te kijken. Daarnaast is er een groep docenten die er sterk op tegen is om colleges op te nemen omdat studenten dan o.a. geen aantekeningen meer leren maken, alle interactie missen en niet meer leren plannen.

Er is inderdaad een terugloop in collegebezoek te zien, maar onduidelijk is nog of dat komt door deze opnamen, of dat de huidige studenten ongeacht deze opnamen minder geneigd zijn naar college te komen. Daarnaast is het de vraag hoe erg dit is, of we iets tegen deze trend moeten doen of ons onderwijs juist hieraan moeten aanpassen.

Analyse van de download-gegevens vanuit BlackBoard laten zien dat colleges het vaakst worden bekeken in de dagen vlak voor de toets, en ongeveer half zo vaak in de dagen vlak na het college. Uit eerdere enquetes kwam al naar voren dat studenten de colleges vaak gebruiken bij het studeren voor de toets, en ook voor het uitwerken van de aantekeningen bij de colleges; dit zou corresponderen met deze pieken. Er werd toen maar sporadisch aangegeven dat er colleges werden gemist omdat de opnamen online stonden. Deze enquete is echter alweer een paar jaar geleden, en daarom, en ook door het gebruik van kennisclips in enkele vakken, zouden de huidige eerstejaars wel anders om kunnen gaan met deze opnamen. Daarom is er een nieuwe enquete afgenomen onder eerstejaars Biologie en Molecular Life Sciences, bedoeld om erachter te komen of er een verband is tussen het lage collegebezoek en het opnemen van de colleges, hoe studenten de opgenomen colleges gebruiken, en of hun studiegedrag anders is nu er opgenomen colleges zijn.

Ondanks dat aangeraden wordt alle colleges gewoon bij te wonen, hebben de meeste studenten wel eens een college gemist, en bij Biologie geeft zelfs een kwart aan regelmatig een college te missen. Bij het verzuimen van de colleges lijkt bij een kwart van die keren ook wel luiheid in het spel te zijn, maar in ongeveer driekwart van de gevallen is er een legitieme verklaring of zijn er op zijn minst weloverwogen argumenten. Sommigen geven zelfs aan opgenomen colleges te verkiezen boven 'live' colleges. Omgeveer driekwart van de studenten bekijkt colleges die opgenomen zijn, maar dan lang niet allemaal. Dit verschilt ook per cursus.

De gevolgtrekking dat Biologie-studenten in de cursus Moleculaire biologie vertrouwd zijn geraakt met online colleges en daardoor makkelijker kiezen om colleges te missen en die later terug te kijken lijkt redelijk. Ook zijn ze steeds meer gewend om uitleg over van alles te krijgen via YouTube-filmpjes, dus zijn de meesten al vertrouwd met het studeren achter een beeldscherm. Studenten gaan berekenend om met de hun beschikbare tijd en middelen, en de vraag is of we dit erg moeten vinden.

Men kan besluiten colleges niet meer op te nemen om de studenten weer in de collegebanken te krijgen. Een argument tegen het opnemen is dat studenten niet meer leren aantekeningen te maken, maar als studenten de opnamen gebruiken om de aantekeningen te maken, of om deze aan te vullen, kun je je afvragen of ze daar niet veel beter van leren hoe ze aantekeningen moeten maken, dan van het maken van onvolledige aantekeningen van een college dat ze niet meer kunnen nazien, waarbij ze er bij het tentamen pas achter komen dat ze zaken gemist hebben. Een student die echt niet aanwezig kan zijn door ziekte of andere zaken, heeft dan geen enkele mogelijkheid meer om dit in te halen. Ook studenten met een beperking zoals dyslexie, die het moeilijk hebben een college te volgen en tegelijk aantekeningen te maken hebben dan een probleem, en dit is toch zo'n 10% van de populatie.

Een ander argument voor dat studenten naar college zouden moeten gaan is voor de interactie. Met name bij de massale colleges bij Biologie in het eerste jaar kun je je afvragen hoeveel interactie daar mogelijk is met de studenten. Zelfs als de docent per college 10 vragen van studenten beantwoordt (meestal zijn dat er veel minder) wordt hier nog maar een klein deel van de studenten bereikt. En vooral in deze grootschalige colleges is het aantal interacties met de zaal gedurende het college vrij gering, terwijl de hoeveelheid interacties tussen de studenten onderling (lees: rumoer in de zaal) vrij groot en storend is. Het missen van de interactie met de docent lijkt niet op te wegen tegen het voordeel van het ongestoord thuis kijken, zonder rumoer van de anderen en met de mogelijkheid te pauzeren en terug te spoelen (of een dutje te doen, zoals iemand schreef).

Het opnemen en online zetten van een college is dan een geringe investering voor een veel hoger rendement van docententijd.

Het zal wel gevolgen hebben voor de manier waarop wordt gedoceerd: de aard van het hoorcollege zal waarschijnlijk moeten veranderen. Of we moeten het niet erg vinden dat maar een deel van de studenten op college verschijnt, of de studenten moeten meer argumenten krijgen om naar een college te komen, bijvoorbeeld omdat er meer interactie is. En aangezien niet alle colleges zich lenen voor interactie kan het zo zijn dat (delen van) een aantal colleges alleen nog maar online worden aangeboden, en de docent écht interactieve colleges kan geven over de delen van de stof die zich daarvoor wél lenen. Studenten zijn nu ook gewend geraakt aan deze onderwijsvorm, en daar kan de docent dan gebruik van maken. Dan wordt het onderwijs interessanter en efficiënter voor de studenten, maar uiteindelijk ook voor de docenten.



Elly, augustus 2015